Deze introductie is voor bezoekers met een visuele beperking en bevat belangrijke visuele informatie over de voorstelling Notenkraker & Muizenkoning van Het Nationale Ballet.
De voorstelling met live audiodescriptie is op zaterdag 21 december 2024 om 14:00 uur in Amsterdam.
Er is voor de voorstelling een meet & feel inleiding. Je wordt enkele dagen van tevoren door Het Nationale Ballet geïnformeerd over de aanvangstijd van de inleiding en andere praktische zaken.
Zodra het tijdstip van de inleiding bekend is, vind je deze ook op de Komt het Zien! website onder het kopje Waar en Wanneer op www.komthetzien.nl/NotenkrakerHetNationaleBallet.
De voorstelling heeft een pauze.
De blindentolk van Komt het Zien! is Dave van der Wal.
Het verhaal van De Notenkraker en de Muizenkoning is een klassiek sprookje, geschreven in 1816 door E.T.A. Hoffmann onder de titel Nussknacker und Mausekönig. Het werd wereldberoemd dankzij de betoverende balletbewerking van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski.
Voor deze uitvoering gaan we naar het Amsterdam van 5 december 1810. Het decor is een prachtig grachtenpand, waar de kinderen Clara en Frits samen met hun oudere zus Louise en hun ouders wonen. Buiten dwarrelen sneeuwvlokken naar beneden, en op de bevroren grachten glijden schaatsers sierlijk heen en weer. Binnen bruist het van warmte en gezelligheid, want het is pakjesavond! De familie ontvangt gasten, waaronder Oom Drosselmeyer, een mysterieuze man met een paraplu die lijkt op een toverstaf en de tijd stil kan zetten. Hij brengt een bijzondere toverlantaarn mee.
De toverlantaarn was een soort voorloper van de beamer. Het apparaat gebruikte een felle lamp en glazen plaatjes met op die plaatjes tekeningen geschilderd. Het licht zorgt ervoor dat de beelden van de glazen plaatjes op een muur of doek geprojecteerd worden. Zo konden mensen lang geleden verhalen tot leven brengen, reizen over de wereld, alsof ze magie gebruikten.
Tijdens het feest vertelt Oom Drosselmeyer een spannend verhaal over een prins en een prinses die vluchten voor de kwaadaardige Muizenkoning. Dan gebeurt er iets wonderlijks: na een harde knal staat er ineens een betoverde notenkraker in de kamer. Clara krijgt hem cadeau, maar haar broertje Frits wordt jaloers. In zijn ongeduld breekt hij per ongeluk het hoofd van de pop af. Gelukkig weet Oom Drosselmeyer de pop te repareren.
Die nacht, als iedereen slaapt, sluipt Clara terug naar de woonkamer om met haar notenkraker te spelen. Precies om middernacht verandert alles: de meubels worden reusachtig groot, en muizen verschijnen vanuit alle hoeken. Tot Clara’s schrik verandert de notenkraker in een dappere soldaat, die het samen met zijn leger opneemt tegen de Muizenkoning en zijn troepen. Terwijl de strijd woedt, begint het te sneeuwen en vervagen de muren. Clara belandt met de gewonde notenkraker in een magische sneeuwwereld.
Oom Drosselmeyer verschijnt opnieuw en gebruikt zijn toverlantaarn om Clara en haar notenkraker naar een andere wereld te brengen. Daar ontmoeten ze dansers uit verschillende landen, bewonderen schitterende landschappen en beleven wonderlijke avonturen. In deze betoverende wereld verandert de notenkraker uiteindelijk in een prins. Samen dansen Clara en de prins onder de sterrenhemel, terwijl het lijkt alsof de hele wereld hen toejuicht.
Maar dan, ineens, wordt Clara wakker. Was het echt, of slechts een droom? Naast haar ligt de kleine houten notenkraker, en door het raam ziet ze de sneeuw zachtjes vallen. Samen met haar broer Frits kijkt ze naar buiten, waar de magie van de nacht hen in stilte omringt.
Voor deze productie werken in totaal 278 mensen mee, inclusief dansers, acteurs, muzikanten en ondersteunend personeel. Een aantal belangrijke rollen zijn:
Het meisje dat de magische reis beleeft.
Ze loopt in het begin en aan het einde van de voorstelling in een lange witte nachtjapon. Later in de voorstelling, als Clara groter is en door de prima ballerina wordt gedanst, draagt ze lichtroze spitzen, een zachtroze maillot en een recht uitstaande korte tutu met wit kant en stof en blauwe mineraalstenen op de tutu en op haar korset. Ook de man met wie ze dan danst, is in een wit kostuum gekleed.
Clara’s ondeugende broertje.
Soms loopt hij in zijn slaapkleding: een zachtblauw hemd en een identiek kort broekje. Maar op een gegeven moment speelt hij ook de aanvoerder van de soldaten, en dan loopt hij parmantig rond in een strakke witte broek met hoge zwarte laarzen en een rood-grijs strak getailleerd militair jasje met een riem om zijn middel, een krom speelgoedzwaardje en een rond hoofddeksel met een rode pluim op de voorkant. Ook hij groeit in de tweede akte uit tot een volwassen jongen die groter is dan de Frits uit het begin.
Louise Staalboom
We zien haar in een lange zijden galajurk met zachtgroene handschoenen. Ze gaat helemaal op in het feestgedruis van Sinterklaasavond.
De ouders van het gezin.
Beiden zijn klassiek 18e-eeuws gekleed. Vader draagt een deftig pak met een grijze broek en een zwart jacket, en moeder een bordeauxrode lange fluwelen rok die wat breder is op de heupen.
De grootouders van Clara.
De mysterieuze verhalenverteller met een magische toverlantaarn.
De oom komt samen met zijn knappe neef op bezoek. Als ze buiten zijn, dragen ze winterkleding: een mantel en een sjaal. Eenmaal binnen, tijdens het feest, is de neef gekleed in een adellijk aandoend militair uniform: een strakke witte broek, een kort strak blauwfluwelen jasje met gouden knopen en hoge laarzen. De oom draagt zwarte lage schoenen, zwarte kousen tot zijn knieën en een korte knickerbocker-achtige broek met grijs-zwarte strepen. Daarboven draagt hij een wit overhemd met een bruin-rood fluwelen jasje, afgezet met gouden biezen. Hij heeft een klassieke Engelse witte pruik, plat op het hoofd, met twee enorme krullen boven elk oor.
Gasten tijdens het feest, die een bijzondere bijdrage leveren aan de avond.
Dienstmeisjes, butlers en knechten
Bedrijvige figuren die het huishouden draaiende houden. Ze openen deuren, zetten spullen klaar en ruimen op. Ze dragen kleding met blauw als voornaamste kleur. De meisjes dragen een lange blauwe rok met een wit schort en kapje, en de mannen witte broeken met strakke blauwe jasjes.
Schaatsers en voorbijgangers die het winterse tafereel compleet maken. Ze dragen speciaal gemaakte rolschaatsen en zware winterjassen.
Een betoverde pop die eerste een soldaat en dan een prins blijkt te zijn. De pop heeft blauwe laarzen, een rode maillot, een riem met een sabel, een blauw-groen jasje met rode elementen op de schouders en een ronde hoed.
De schurk die voor chaos zorgt. Hij is een witte muis die een korte witte broek draagt en een rommelig, gescheurd jasje. Hij heeft grote oren, rode ogen en een spitse snuit. De muizen in zijn leger hebben een grijze kleur en rode ogen, maar zij zijn kleiner dan hij.
Daarnaast spelen jongere kinderen de jonge versies van Clara en Frits, en zijn er 8 soldaten, 8 ratten, 10 muizen en 5 huzaren die bijdragen aan de spannende gevechtsscènes.
De eerste scène speelt zich af in een intieme badkamer, met klassiek behang en zachtblauw licht dat door een rond raam valt. Een badkuip, een houten kamerscherm en een kleine tafel geven de ruimte een schilderachtig, nostalgisch karakter.
Een winterse avond op een brede gracht, bedekt met spiegelend ijs. Een statig grachtenpand straalt warm licht uit de ramen, terwijl schaatsers over het ijs glijden. Vallende sneeuwvlokken en silhouetten van boten en bomen versterken de magische sfeer.
Een elegant ingerichte balzaal met hoge plafonds, blauw behang en een kroonluchter. De kamer heeft een open haard, twee grote ramen en een piano, en straalt een adellijke grandeur uit. De kamer is een technisch hoogstandje, want aan het einde van de scène groeit de kamer echt, waardoor het lijkt alsof de personages krimpen.
Een sprookjesachtige wereld met heuvels bedekt met sneeuw, een grote dennenboom en een sterrenhemel. Blauwe verlichting en glinsterende sneeuw zorgen voor een ijzig, magisch effect.
We zitten in de kast van de lantaarn en kijken door de lens naar de andere kant. Oom Drosselmeyer gebruikt de toverlantaarn om Clara en het publiek mee te nemen op een wereldreis.
Kostuums in rood, zwart en geel, de kleuren van de Spaanse vlag. De vrouwen dragen schouderdoeken, en de kostuums van de mannen zijn strak en combineren elementen van stierenvechters, tangodansers en flamenco. De castagnetten ontbreken niet bij dit nummer, bespeeld door een orkestlid dat deze techniek perfect beheerst.
Een Arabische heer met wijde, glimmende kleding en een kort jasje, waardoor zijn gespierde bovenlichaam goed zichtbaar is, draagt een tulband. Hij wordt omringd door vier vrouwelijke danseressen met doorschijnende hoofddoeken. Op de achtergrond houdt de Arabische heer een jongen met een gescheurd overhemd in handboeien gevangen.
Vier mannelijke strijders met gekromde zwaarden dragen wijde broeken tot op de enkels met daaronder zwarte laarzen. Hun bovenlijf is deels ontbloot, met zwarte harnassen met gouden elementen over de schouders. Ze dragen witte haarbanden en gouden dikke armbanden om de polsen. De vrouwelijke danseres draagt een blauwe broek, een goudmetaalachtig korset en gouden armstukken als bescherming. Ze hanteert een lange stok als wapen.
De centrale vrouwelijke danseres in het Russische blok draagt een grote kroon met parels en kettingen en een lange rok die tot op de grond reikt. Doordat ze met hele kleine stapjes vooruitkomt, lijkt het alsof ze zweeft. De overige dansers dragen rode halfhoge laarzen en kozakkenbroeken. De kleuren zijn uitbundig, met vooral rood en paars.
De centrale danseres draagt een zachtroze, witte en gele wijde jurk met een groene krans in haar haar. Drie mythische Griekse mannelijke figuren dansen om haar heen. Eén is een man met een groen huidskleurige tint en op zijn hoofd twee groene hoorns. De tweede is een gespierde en zongebruinde Griek in sandalen en een lendendoek. Als het theaterlicht op hem schijnt, lijkt zijn huid soms goud te stralen. De derde is een soort oudere Griekse filosoof met wit haar en een baard. Hij danst voluit mee met de andere mannen, maar soms laat zijn uithoudingsvermogen hem in de steek, wat voor humoristische momenten zorgt.
Pas na deze landenparade krijgt Clara haar tutu, en is de bloemenwals te zien. Dit is een bekende dans, die ook wel eens los wordt opgevoerd in gala’s. Vijf ballerina’s dragen tutu’s geïnspireerd door paarse bloemenbladeren, en vijf mannen zijn gekleed in goudgele maillots en bovenstukken. Af en toe komen er nog twee andere ballerina’s bij, die tutu’s dragen met blauwachtige bloemenbladeren.
De pas de deux tussen Clara en de Notenkraker-prins duurt 14 (!) minuten en heeft de klassieke structuur: een dans samen, een solo voor hem, een solo voor haar, en daarna weer samen.
Er volgt een variatie van de mannen, waarna enkele figuren uit de landendansen weer terugkomen. Deze scène gaat naadloos over in de slaapkamer van Clara.
De kleine Clara ontwaakt in haar kamer en kijkt samen met kleine Frits naar de sneeuw die buiten valt. Het toneelbeeld verandert terug naar het grachtenpand van voor de pauze. Kinderen in pyjama’s kijken naar de vallende sneeuwvlokken, die worden geprojecteerd op een doek. Hiermee eindigt de voorstelling.
In klassiek ballet komen vaststaande danspassen en sprongen regelmatig terug. Deze worden idiomen genoemd. Het is goed om te weten dat balletdansers, zelfs als ze lopen op het toneel, altijd alles uitdraaien. Hun knieën en voeten staan overdreven gezegd naar buiten, links en rechts gedraaid. Wanneer ze hun voeten op de grond zetten, doen ze dit anders dan wij bij normaal lopen: eerst de tenen en daarna de hakken.
Een plié is een essentiële beweging in ballet waarbij de danser buigt en de knieën naar buiten buigt terwijl de hielen op de grond blijven. Het is een soepele en gecontroleerde beweging die dient om kracht en flexibiliteit in de benen te ontwikkelen.
Een arabesque is een houding waarbij de danser op één been staat en het andere been gestrekt achterwaarts optilt. Het lichaam is vaak lichtjes naar voren gebogen, waardoor een elegante, evenwichtige lijn ontstaat.
Tendu is een term voor een beweging waarbij de voet van de danser over de vloer wordt geschoven vanuit een gesloten positie naar een gestrekte positie. Dit versterkt de voetspieren en verbetert de precisie van de voetbewegingen.
Een dégagé is een beweging waarbij de voet van de danser van de vloer wordt opgetild, maar niet ver van de grond komt. Het versterkt de voetspieren en vergroot de precisie van de bewegingen.
Een pirouette is een draaiende beweging op één been. De danser brengt het andere been omhoog in een positie naar keuze en draait op de bal van de voet. Het vereist balans en coördinatie.
Rond de jambe betekent "rond het been" en verwijst naar een beweging waarbij de danser een been in een cirkelvormige beweging om het lichaam beweegt, meestal terwijl ze staan.
Een dubbele tour en l’air is een geavanceerde sprong waarbij de danser twee volledige pirouettes in de lucht maakt voordat hij weer op de grond landt. Dit vereist balans, coördinatie en kracht.
Het battu van de benen in ballet is een snelle, krachtige beweging waarbij de benen snel in de lucht bewegen om elegantie en dynamiek aan de dans toe te voegen. Dit kan verschillende vormen aannemen, zoals snelle beenbewegingen voor en achter tijdens sprongen, of het snel openen en sluiten van de benen. Het vereist precisie en spiercontrole.
Port de bras verwijst naar de bewegingen van de armen in ballet. Het omvat verschillende manieren om de armen te bewegen en te positioneren om expressie en elegantie aan de dans toe te voegen.
Een grand jeté is een sprong waarbij de danser met één been afzet, het andere been naar voren zwaait en in de lucht een splitsprong maakt voordat hij weer landt. Het is een indrukwekkende en dynamische beweging.
Komt het Zien! wenst je een fijne voorstelling.
Een agenda met overzicht van voorstellingen met live audiodescriptie door blindentolken vind je op: www.komthetzien.nl/agenda
Voor contact met Komt het Zien! stuur je een mail naar info@komthetzien.nl